De secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte, heeft donderdag (11-12-2025) de bondgenoten opgeroepen zich voor te bereiden op grootschalige gewapende conflicten, zoals “onze grootvaders en overgrootvaders” die hebben gevoerd, en benadrukt dat het Atlantisch Bondgenootschap het “volgende doelwit” is van de Russische president Vladimir Poetin.
In een toespraak op de veiligheidsconferentie in München tijdens zijn bezoek aan Duitsland bevestigde de NAVO-chef de noodzaak om de veiligheid van Oekraïne ten opzichte van Rusland te ondersteunen, dat “binnen vijf jaar klaar zou kunnen zijn om militair geweld tegen de NAVO te gebruiken”.
“Met zijn oorlogseconomie zou Rusland binnen vijf jaar klaar kunnen zijn om militair geweld tegen de NAVO te gebruiken”, zei hij over de oorlogsvooruitzichten van Rusland.
Volgens Rutte heeft Moskou “de oorlog teruggebracht naar Europa”, waardoor de bondgenoten “voorbereid moeten zijn op de omvang van de oorlog die onze grootouders en overgrootouders hebben meegemaakt”, in een verhulde verwijzing naar de wereldoorlogen die het continent in de eerste helft van de 20e eeuw hebben geteisterd.
De secretaris-generaal van het bondgenootschap riep op om zich een oorlogssituatie voor te stellen waarin het conflict “elk huis, elke werkplek bereikt” en waarin Europa wordt gekenmerkt door “vernietiging, massale rekrutering en miljoenen ontheemden”. Zoals hij vanuit Berlijn alarmerend meldde, kan dit “verschrikkelijke” scenario met “algemeen leed en extreme verliezen” worden voorkomen als de NAVO-leden hun verplichtingen nakomen, hun militaire aanwezigheid versterken en Oekraïne steunen, zodat het niet in handen van Poetin valt.
In zijn toespraak benadrukte de politieke leider van de NAVO de noodzaak om Oekraïne te versterken, zodat het de Russische troepen kan tegenhouden. “Stel je even voor dat Poetin zijn zin krijgt. Oekraïne onder het juk van de Russische bezetting. Zijn strijdkrachten zouden druk uitoefenen op een langere grens met de NAVO en het risico van een gewapende aanval op ons zou aanzienlijk toenemen”, betoogde hij.
Gezien dit hypothetische scenario zou de NAVO volgens Rutte gedwongen worden tot een “kolossale verandering” van haar afschrikkings- en verdedigingspositie en zou zij “haar militaire aanwezigheid langs de oostflank aanzienlijk moeten versterken”, wat gepaard zou gaan met een stijging van de militaire uitgaven en de wapenproductie.
Hij verklaarde dat de Europese bondgenoten “de tijden zouden missen waarin 3,5 % van het bbp voldoende was voor basisverdediging”. “Dat cijfer zou enorm stijgen”, voegde hij eraan toe, verwijzend naar een scenario waarin de bondgenoten “snel zouden moeten handelen” en “pijnlijke beslissingen” zouden moeten nemen.
Dit tijdperk zou worden gekenmerkt door “noodbegrotingen, bezuinigingen op de overheidsuitgaven, economische turbulentie en nog grotere financiële druk”, waarschuwde de voormalige Nederlandse premier, die benadrukte dat “de duistere krachten van onderdrukking weer in opkomst zijn”.
Rutte benadrukte dat Europa zich “absoluut duidelijk” moet zijn dat het “het volgende doelwit van Rusland” is en “al in gevaar” is, daarbij verwijzend naar de toenemende campagne van hybride dreigingen en sabotageacties waarmee landen als Polen en de Baltische staten worden geconfronteerd.
Gezien dit alles drong hij erop aan dat “er nu actie moet worden ondernomen” om de uitgaven en de wapenproductie te verhogen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat Oekraïne over alles beschikt wat het nodig heeft om zich te verdedigen. In een tijd van onderhandelingen om een einde te maken aan de oorlog in Oekraïne bekritiseerde hij dat Poetin “alleen de rol van pacifist speelt als het hem uitkomt” en prees hij de inspanningen van de Amerikaanse president Donald Trump om de ware bedoelingen van de Russische president op de proef te stellen. “Hij is de enige die Poetin aan de onderhandelingstafel kan krijgen. Laten we Poetin dus op de proef stellen. Laten we eens kijken of hij echt vrede wil of liever het bloedbad laat voortduren”, zei hij over de onderhandelingsinitiatieven van Trump.
Bron: agentschappen
